De 1.400 ogen van Roosendaal

“Het is geen Haarlemmer olie, je zal nog altijd de achterdeur op slot moeten draaien”, waarschuwt coördinator Dré van Roomen namens de politie. Dat het helpt, weet Van Roomen ook. “De inbraakcijfers dalen in die gebieden zichtbaar. Daarnaast heeft buurtpreventie meer functies.”

Dat weten ze bij het preventieteam ’t Oude Centrum inmiddels ook. In de zomer van vorig jaar trokken de bewoners Piet Naalden en Ton van de Geijn onafhankelijk van elkaar de wijkagent aan zijn dienstjas. Het was vuil in de buurt die wordt omzoomd door de Molenstraat, Burgemeester Prinsensingel en de Brugstraat.

Drugsoverlast
Ook drugsoverlast, overlast van luidruchtige arbeidsmigranten en een slechte verhouding tussen een groep huurders en AlleeWonen waren ergernissen. Van de Geijn: “We organiseerden een bijeenkomst, daar kwamen meteen zestig op af. Die lieten we een uur lang leeglopen en we hebben de grootste knelpunten verzameld. Instanties kwamen in actie en brachten verbeteringen aan. Dat motiveerde de buurt en nu hebben we een preventieteam van achttien buurtbewoners die ’s avonds in kleine groepjes hun ronde lopen. Ze kregen vertrouwen.”

Dat rondlopen gebeurt in Roosendaal zichtbaar, met een geel hesje over de jas. “Zodat de buurt het ziet en bovendien zien de sujetten met snode plannen dit ook”, weet Van Roomen. Het opzetten van een preventieteam gaat volgens Ad van de Vrede het beste vanuit een buurt en niet vanuit een grote wijk.

Alertgroepen
Als coördinator is Van de Vrede niet alleen blij met de buurtpreventieteams, maar ook met de 29 Alertgroepen die via mobiele telefoon een bereik hebben van 2.000 inwoners. “Kun je nagaan hoe snel je zoveel mensen kunt mobiliseren om mee te kijken.”